zondag 10 augustus 2014

Ambra

Het was vrijdag, het was nog vroeg. Vanuit Capanolle, waar we verbleven op camping La Chiocciola, reden we over de SP540 naar Bar della Piazza in Ambra. Een fijne plek om zo rond de klok van negen uur neer te strijken voor een caffè, cappuccino, latte bianco of een brioche. Er gebeurt altijd wat op het gezellige pleintje waar ook de lokale bevolking hun dag begint. Heftige duscussies over het weer, de politiek en het voetbal of de plaatselijke middenstand die zich druk maakt over de wegwerkzaamheden in het dorp en de verkeerd geparkeerde auto's. Binnen in de bar flirten de oudere mannen met de barista: "grazie  bella cara" al roerend in een klein kopje met espresso.



Na onze gebruikelijke cappuccino en warme melk met cacao voor de bambini, wandelen we terug naar de auto. De weg loopt wat naar beneden. Italia rent, ze rent haar eigen benen voorbij en als de punt van haar slipper in het asfalt blijft steken struikelt ze. Haar rechterknie raakt het korrelige oppervlak, ze kijkt op, is even stil en begint vervolgens te brullen. Op dat moment loopt er een man langs. Hij heeft net wat inkopen gedaan en loopt met 2 plastic tasjes in zijn hand. In de achterzak van zijn werkbroek zit een stuk pecorino, ik schat een gram of 400. Hij stopt, knielt, kijkt naar de bloedende knie van Italia en streelt door haar blonde krullen. "Ontsmetten!" zegt hij met enigszins serieus gezicht en gebaart te volgen. Zonder aarzelen  lopen we achter de man aan. Nog altijd de plastic tasjes in zijn hand en de pecorino in zijn achterzak. We lopen het straatje uit, links over het plein, langs de speelgoedwinkel, via een kiezelpad omhoog. De man heeft inmiddels een groene poort geopend en draait zich om. Hij lacht vriendelijk en loopt naar binnen. Nog altijd snikkent pakt Italia mijn hand extra stevig vast.


We lopen ook naar binnen en komen terecht in een zelfgebouwd schuurtje met een klein keukentje waarin de man duidelijk iets aan het zoeken is. Hij komt terug met een verbanddoos en diverse ontsmettingsmiddelen, overhandigt deze en zet een stoel neer voor Italia. Ze gaat zitten en laat zich verplegen. De man verontschuldigt zich voor de rommel. Ik complimenteer hem juist voor deze fijne plek, het heeft een prettige en bijzondere sfeer. Trots vertelt hij alles zelf te hebben gebouwd, loopt naar de voorraadkast en komt terug met een pot zelfgemaakte aarbeien jam. Dan neemt hij Italia mee naar de moestuin. Lamponi, fragole, prugne. Hij plukt alles wat rijp is, wast het fruit zorgvuldig en geeft ze in een plastic bekertje mee. We bedanken de man hartelijk en hij zwaait ons na tot we volledig uit beeld verdwijnen.

"Wat is er papa?" Italia stopt net een verse aardbei in haar mond en kijkt me met grote ogen aan, terwijl ik stil voor me uitkijk. Omdat ik niet direct reageer trekt ze aan mijn arm, "Papa, wat is er?!" Ik aarzel even en draai me dan om. "Weet je Italia, ik ben helemaal vergeten zijn naam te vragen". 

1 opmerking: